bijzondere verhalen.

 

 

 

1

MOOI VERHAAL:

 

De kern van liefde is.

Miep sluit de deur van haar keuken die ze net heeft schoongemaakt. Ze loopt meteen door naar buiten waar de lentezon haar tegen moet schijnt. Ze hoeft vandaag geen jas aan, voordat kleine stukje dat ze moet fietsen.

Iedere middag gaat ze naar haar man Jan die sinds twee jaar in een klein, gezellig verpleegtehuis woont in hun dorp.

Miep kent dit tehuis heel goed. Ze heeft er zelf jarenlang als verpleegster gewerkt.

Zeven jaar geleden is ze hier mee gestopt.  Jan is toen heel ziek geworden. Vol overgaven heeft ze hem toen verzorgd. Tot het moment dat de man met de hamer langs is gekomen.

Helemaal uitgeput heeft ze de beslissing moeten nemen om haar geliefde naar het verpleegdehuis te brengen. Voor Miep is dit de zwaarste beslissing geweest uit haar leven.

 

Ze kent haar man al vanaf de middelbare school. Vanaf dat moment zijn ze altijd samen. Hun liefde bloeit op. Zij zijn heel jong getrouwd. Kinderen konden ze niet krijgen. Door dit verdriet groeide ze nog meer na elkaar toe.

Natuurlijk zijn er ook moeilijke periodes en hun leven geweest.

Jan is namelijk dol op vrouwen en daar kan hij niet van afblijven. Deze uitstapjes zijn voor Miep heel pijnlijk geweest. Maar hun liefde voor elkaar is altijd zo sterk dat zij ook deze moeilijk tijden doorkwamen.

Na zo’n periode is Jan weer de man waar ze zo verlieft op is. Zorgzaam, lief, teder. Een man waar vele vrouwen van dromen.

Nu woont haar echtgenoot drie straten van haar vandaan. Hij weet niet meer dat zij haar grote liefde is. Maar voor haar maakt dit niets uit.  Haar liefde voor hem zal eeuwig blijven.

Het vuurtje wat hij ooit bij haar heeft aangestoken zal ze altijd als een vlammenzee mee dragen.

 5 januari 2016

 

 

****

 

 

MOOI VERHAAL.

Dag 126

De geur, de kleur het geluid van eenzaamheid.

De wekker loopt af, Sarah draait zich om en slaat een keer op dat ding wat haar wakker heeft gemaakt. Nog even kruipt ze terug onder haar dekens. Waarom zal ze opstaan?

‘O ja,’ voor haar vrienden?

‘Nou ja,’ vrienden eerlijk gezegd zijn het haar maatjes. Of zijn ze lotgenoten van elkaar?

Sarah staat op, springt in haar kleren die ze al twee weken draagt. Pakt snel een sigaret en loopt dan struikelend door de troep haar kamer uit. 

In de keuken ziet ze haar moeder slaapdronken liggen in een stoel naast de kachel.

Zonder iets te zeggen, eten of drinken loopt Sarah naar buiten, de straat over het winkelcentrum in. Iedere dag wandel ze deze route naar de plek waar alle jongeren van de buurt zoals Sarah bij elkaar komen.

S ’morgens rond een uur of tien is bijna iedereen aanwezig.  Ze sluit zich aan bij de groep, neem weer een sigaret en een paar slokjes cola uit het blikje van Jan.

Sarah zoekt haar muurtje op, dit heeft ze gisteren, eergisteren, afgelopen week en eigenlijk al maanden gedaan. Al hangend kijkt ze na alle mensen die voorbijlopen. Deze mensen kijken ook naar haar. Vele van hun trekken hun neus op door de geur van eenzaamheid die Sarah verspreid. De vale kleuren die haar gezicht, zorgt ervoor dat hun blikken haar kil en koud aankijken. Sarah hart krimpt dan van verdriet in elkaar. Een klein geluidje van wanhoop ontsnapt dan zachtjes uit haar keel. Maar eigenlijk wilt ze het wel uitschreeuwen.

‘Door jullie sta ik hier te hangen.  Mijn afkomst, mijn niet afgemaakte opleiding, mijn puberale gedrag is voor ‘deze maatschappij’ een rede om mij allerlei stempels op te plakken. Ik ben nu al afgeschreven. En dat voelt als een verrotte geur, kleurloosheid en een geluid van een speenvarken die veel verdriet heeft.’  Toch blijft ze zwijgen.

Na heel wat sigaretten slokjes cola en bier is de dag vanzelf voorbijgegaan.

Sarah neemt afscheid van haar vrienden, maatjes of zijn het lotgenoten?  Dan loopt ze weer terug naar huis waar ze de wekker zet voor de volgende dag.

 

18 januari  2016

 

 

 

 *****

Mooi verhaal :

 Het gesprek tussen de engel en de duivel.

Ze vraagt zich af waarom ze een engel geworden is… Zo goed is ze toch niet geweest? De engel kijkt naar beneden en ziet wat haar vrienden op aarde aan het doen zijn. Een traan van heimwee rolt over haar wang. Ze heeft pas een paar dagen geleden het menselijk leven verlaten en nu verlangt ze er weer naar terug. Er volgen nog meer tranen. De engel begint heel hard te snikken. De wolk waar ze op zit slingert heen en weer.

‘He, daarboven hou eens op met janken, ik word nat.’

De engel kijkt heel verschrikt naar onderen dwarst door de wolk en de aarde heen. Ze ziet een klein, rood duiveltje zitten.

‘Waarom huil jij?’ Vraag de duivel.

‘Ik huil omdat ik een engel ben en ik vind dat ik dit niet mag zijn. In het leven hiervoor ben ik een lui, slecht mens geweest. Ik heb mensen vaak bedonderd en opgelicht.

Ik heb vrienden laten stikken op de momenten dat zij het moeilijk hadden.

Iedereen zal mijn blijven herinneren als een koud en egoďstisch mens en dit doet pijn. Als ik het over mag doen, dan doe ik dat meteen.’

De duivel begint heel hard te lachen.

‘Ik begrijp wel waarom je een engel ben geworden? Door dat je nu al jouw fouten zie die je als mens hebt gemaakt krijgt je als engel een herkansing.  Grijpt deze kans en ben daar boven heel lief en behulpzaam voor alle anderen engelen om jou heen.‘

‘Dankjewel lieve duivel voor dit mooie betoog. Ik pak deze kans met beiden handen aan. En wie weet ontmoeten we elkaar snel weer eens.’

De engel voelt hoe de wolk waar ze nog steeds op zit meer en meer omhoog drijft, weg van het aardse bestaan.

 

14 januari 2016

*****

 

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Dag 117

STAAT AL OP BLOG MOOI VERHAAL:

Een boom pakt mijn hand.

Mijn buik voelt als een achtbaan, alles rommelt en draait. Het eten van deze ochtend beweegt zich heen en weer door mijn darmen.

Voor de zoveelste keer remt de bestuurder van de auto waar ik in zit. Ik kijk naar buiten en zie dat we een pakeerplaats oprijden.

We stoppen voor een oud gebouw.

De rillingen lopen over mijn rug. Zo’n meteen word ik voorgesteld aan een paar mensen. Waarom dit moet is mij nog steeds niet duidelijk. Maar een ding weet ik wel. Ik heb een gloeide hekel aan dit soort momenten. Het voelt echt als aapjes kijken en ik ben dan de aap.

 

Het slot van de achterdeur springt open. Ik duw tegen de deur en zoek dan met mijn kleine beentje naar een stukje asfalt onder mij.  Als ik denk dat ik sta verlies ik plotseling mijn evenwicht.  Ik grijp me vast aan een dikke tak van een boom die naast de auto staat.

Opeens zie ik, voel ik, deze tak veranderen in een hand.  Deze hand houdt mijn stevig vast. Een rustig gevoel stroomt meteen door mijn heen. In een reflex knijp ik in de tak.  De tak knijpt zachtjes terug.

Fluisterend hoor ik hem  zeggen.

‘Je hoeft niet bang te zijn en schaam je niet voor wie je bent.

Kijkt naar de vele mogelijkheden die je in je hebt en ontplooi deze.  Laat al jouw angsten over gaan in liefde. Hebt vertrouwen in jezelf en in de omgeving om jouw heen. Dan komt alles vanzelf wel goed.’

Ik voel de hand losser om de mijne worden.

Er is wat veranderd. De boom heeft mij kracht gegeven. Ik ben sterker geworden.  Ik realiseer me dat ik vanaf dit moment er nooit meer alleen voor sta. Er is een boom  waar ik altijd bij kan schuilen.

 9 januari 2016